Steef vertelt als ex-proefpersoon over een internationale medicijnenstudie. Steef heeft deelgenomen aan een onderzoek naar het geneesmiddel patisiran, genaamd Apollo-trial, fase 3. Ook aan de vervolgstudie van dit onderzoek deed Steef mee. Hij startte samen met een andere patiënt uit Nederland, die is tijdens de onderzoeksfase helaas overleden. Wat houdt een trial in? Wat komt er allemaal bij kijken? Maar eerst, wie is Steef?
Over Steef
Steef is 67 jaar, een trotse Hagenaar, stadsgids, liefhebber van boeken, kunst en natuur. Opgeleid als beeldend kunstenaar, nam hij na zijn opleiding een afslag naar de zorgsector waar hij werkte als begeleider.
Inmiddels geniet Steef van zijn pensioen, is actief als beeldend kunstenaar met liefde voor papier. In een galerie in Den Haag waren o.a. zijn collages, maskers en sculpturen vervaardigd van bruin pakpapier, vorig jaar te zien (zie foto’s). Momenteel leert hij een nieuwe vaardigheid; samen met een enthousiaste groep vrijwilligers repareert hij oude boeken. “Geen twee boeken zijn op dezelfde manier beschadigd of kapot.”
Voorgeschiedenis
Steef: “Ik kreeg mijn diagnose ATTR-amyloïdose in 2010, nadat de ziekte in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) bij mijn oudere broer, die toen al erg ziek was, werd ontdekt. In datzelfde jaar ben ik in het UMCG gescreend voor een levertransplantatie maar ik besloot mij niet op de wachtlijst te laten zetten. Er was vooruitzicht op therapie met nieuwe medicijnen voor onze ziekte.
Diflunisal was het enige beschikbare geneesmiddel toen. Ik kocht dat bij een apotheek in Canada omdat het in Nederland niet meer verkrijgbaar was. Het wordt nu, mede dankzij onze patiëntenvereniging, als dolaced weer vervaardigd in Nederland. Eind 2012 was ik een van de eerste patiënten in Nederland die tafamidis kon gaan gebruiken.
Vervolgens kwamen er veelbelovende berichten uit Amerika, waar patisiran in fase 1 werd onderzocht. Eind 2013 kwam er meer positief nieuws over de Apollo trial die gaande was met een kleine groep van tweeëntwintig patiënten in de fase 2 studie. Voor fase 3 werden wereldwijd nieuwe patiënten toegelaten in de onderzoekscentra. Via het UMCG werd ik gevraagd of ik eraan mee wilde doen”.
“Het was spannend, zou ik het medicijn of een placebo krijgen?”
Wat was uw motivatie om mee te doen aan de trial?
“Door de verwachtingen die uitgesproken werden door dr. Hazenberg (voormalig hoofd van het Amyloïdose Expertisecentrum in Groningen). Hij vertelde mij over de goede resultaten met de “gene-silencing” techniek (zie uitleg hier) in de vorige 2 fasen. Ik twijfelde daardoor geen moment om mee te doen. Het was nog wel de vraag of ik het daadwerkelijke medicijn zou krijgen of een placebo. Mijn geduld werd in het begin op de proef gesteld.
De trial werd uitgesteld, er kwamen voorwaarden van de Amerikaanse firma en protocollen, een heel pakket waaraan voldaan moest worden. We werden in Parijs gescreend op een afdeling voor zeldzame ziekten in een groot academisch ziekenhuis. Een aantal patiënten uit Nederland werd na deze screening niet toegelaten tot de trial”.
Hoe was uw gezondheid en hoe ging het screenings- en behandelproces?
“Mijn gezondheid was goed in 2015, ik had geringe klachten van neuropathie en kon mogelijk meedoen aan de trial. Er werd een onder- en een bovengrens gesteld aan de gezondheidsklachten. Voorafgaand aan mijn deelname ben ik goed ingelicht over de gang van zaken rond deze trial en heb ik de toestemmingsformulieren samen met dr. Hazenberg en later ook met dr. Nienhuis (het huidige hoofd van het Amyloïdose Expertisecentrum in Groningen)in het UMCG ondertekend.
Om te bepalen of ik lichamelijk voldeed, werd ik vijf dagen lang opgenomen in het ziekenhuis in Parijs waar al achttien patiënten uit Frankrijk in deze trial werden behandeld. Ik viel binnen de voorwaarden voor deelname. Wereldwijd hebben ongeveer 225 personen met ATTR-amyloïdose deelgenomen aan deze fase 3 trial, volgens het identieke protocol. De fase 3 trial vond voor mij plaats in de periode van mei 2015 tot januari 2017.”
“Niemand, zelfs de artsen wisten niet welk middel ik kreeg.”
Medisch meetwerk
Na negen en na achttien maanden werd al het medisch meetwerk herhaald, van maandag tot en met vrijdag verbleef ik daarvoor in Parijs. Diverse neurologische onderzoeken, electrogram, huidbiopten, hartecho, oogonderzoek, looptest, vragenlijsten over kwaliteit van leven.
Gedurende de achttien maanden van de trial kreeg ik driewekelijks in totaal 24 infuusbehandelingen op het dagcentrum van het UMCG. De infuuszak en de leidingen werden daarbij afgeschermd met bruin plastic zodat de kleur van de vloeistof niet zichtbaar was.
Vanaf de zomer van 2017 kreeg ik mijn infusen met patisiran elke drie weken thuis toegediend. Al die tijd wist niemand, ook de artsen niet, of ik tijdens de trial het werkzame middel of een placebo toegediend had gekregen. Alles moest geheim blijven. Pas In 2018 werd aan mij bekend gemaakt dat ik geen placebo maar patisiran gekregen had.”
”Er werd goed voor mij gezorgd en dat sterkte me.”
Hoe ging u er al die tijd emotioneel en psychisch mee om, niet wetende of u het medicijn of een placebo toegediend kreeg?
“Ik ging er positief mee om en wende aan de situatie, ik werkte, kon en deed alles. Alle ritten naar Groningen en Parijs waren wel heel pittig. Op een gegeven moment werd het zwaar voor me. Ik kreeg last van oververmoeidheid, werd ontzien op mijn werk, maar toch. Ik kreeg telkens premedicatie met dexamethason en dat beïnvloedde mijn stemming nogal. De dosis mocht worden verlaagd en is later gestopt. Er werd altijd goed voor me gezorgd en dat sterkte me.
Omgaan met de onzekerheid was soms ook lastig. Ik verloor de motivatie op een gegeven moment doordat ik nieuwe klachten kreeg. Mijn centrale gezichtsveld rechts viel ineens uit tijdens de trial. Er werd melding gemaakt van dit incident bij de firma. Na overleg mocht ik blijven meedoen want de schade was niet ontstaan door de behandeling die ik kreeg. Ik ging door maar moest deze tegenslag wel verwerken.
Naast de zeer deskundige dr. Hazenberg werd ik toen geholpen door een bevriende internist die de cijfers en statistieken ook erg bemoedigend vond. “Ik sta erbij te juichen”, zei hij over de gepubliceerde eindresultaten. De artsen in Parijs toonden zich eveneens enthousiast. De stabiliserende werking van patisiran was nu wetenschappelijk aangetoond. Het gaf mij weer nieuwe moed.
Vervolgstudie
“Aan de open label vervolgstudie met patisiran nam ik deel tot juni 2022.
In die laatste studieperiode bezocht ik het ziekenhuis in Parijs jaarlijks. Ik ben daar in totaal zeven keer opgenomen geweest. Vooral de expertise van de oogarts in Parijs met ATTR-amyloïdose en het overleg dat plaatsvond tussen hem en de oogarts in Groningen was voor mij belangrijk.
Zodoende kreeg ik preventief laserbehandelingen aan mijn netvliezen in het oogziekenhuis in mijn woonplaats Den Haag. Het UMCG onderzocht mij al die tijd ook jaarlijks gedurende een dag of twee.”
De kosten
Hoe was het praktisch geregeld?
“De reis op en neer naar Parijs legden wij af met de Thalys, 1e klas naar Gare du Nord. Mijn vrouw verbleef in een goed hotel in de buurt van het ziekenhuis. Met toestemming mocht ik weg van de afdeling om haar op te zoeken en om samen ergens te gaan eten. Alle kosten die we maakten om te reizen, de maaltijden en het hotelverblijf werden door de firma, via een declaratieformulier, aan mij vergoed.
Ik heb veel patiënten, artsen, verpleegkundigen en meetapparatuur leren kennen. Ik kreeg een reisbegeleider en een studiecoördinator in Groningen en in Parijs. En een vaste tolk/vertaler als trouwe metgezel in Parijs. Met hem hebben we tijdens de beschikbare momenten interessante plekken in Parijs buiten het ziekenhuis kunnen ontdekken.”
Een voorrecht
Hoe kijkt u erop terug?
“Met al die toegewijde, deskundige zorg en aandacht van de medische wetenschap voel ik mij bevoorrecht. Eraan deelnemen was een bijzondere ervaring voor me, maar ook hard werken naast mijn baan. Er zijn moeilijke periodes geweest met toenemende pijnklachten.
Er ontstond weer wat later een probleem met mijn gehoor rechts en ik kreeg duizeligheidsklachten als gevolg de specifieke ATTR-gen mutatie in mijn familie. Ik ben in de ziektewet terecht gekomen en vervolgens afgekeurd voor mijn werk toen ik 63 was. Dat was een lastige tijd.
De goede uitkomsten van de studie, het "proof of concept" en uiteindelijk de registratie van
patisiran begin 2019 voor patiënten met stadium I en II polyneuropathie waren heel motiverend. En natuurlijk de liefde en support die ik kreeg van mijn vrouw en zoon, familie en vrienden.
Mijn gezondheidssituatie blijft mede dankzij al die beschikbare geneesmiddelen stabiel. Ik hou van fietsen en van zwemmen. Zomers een duik in zee vind ik ook heerlijk! Ik ben nu 67 jaar en mijn zelfredzaamheid is gelukkig nog steeds groot.”
Contact
Wilt u reageren op het verhaal van Steef dan kunt u mailen naar redactie@amyloidose.nl