Sterk stijgende zorgkosten worden vooral veroorzaakt door nieuwe – dure – medicijnen en vroege opsporing, en minder door stijgende aantallen nieuwe patiënten en vergrijzing, melden RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland), dat een onderzoek publiceerde naar stijgende kosten in de kankerzorg.
Vooral in de zorg voor mensen met bloedkankers als multipel myeloom en leukemie zijn de medicijnkosten enorm toegenomen. Medicijnen die tegen deze ziektes worden ingezet, zoals daratumumab, worden ook, en met veel succes, gebruikt bij amyloïdose. En vroege opsporing is een van de speerpunten van Amyloïdose Nederland: hoe vroeger de diagnose, hoe groter de overlevingskansen en hoe kleiner de schade aan organen. Deze discussie gaat dus ook over ons.
Het IKNL onderzocht het verband tussen het aantal nieuwe diagnoses en zorguitgaven voor zeven kankersoorten met de hoogste uitgaven. Hoewel het aantal nieuwe kankerdiagnoses bij deze kankersoorten fors is toegenomen van 47.000 in 2003 naar 68.000 in 2019, zijn de zorguitgaven aan kanker in dezelfde periode bijna vijf keer zo hoog geworden, van € 771 miljoen naar € 3,7 miljard.

Bloedkankers
Belangrijkste conclusies het onderzoek:
-
Bij multipel myeloom & leukemie, longkanker en melanoom waren met name de uitgaven aan dure geneesmiddelen relatief hoog.
-
De groei in uitgaven was het grootst bij multipel myeloom en leukemie. In de onderzochte periode zijn nieuwe geneesmiddelen voor die typen kanker geïntroduceerd.
-
De uitgaven per patiënt zijn lager voor patiënten met een hogere leeftijd (behalve bij prostaatkanker). Jongere patiënten worden vaak intensiever behandeld.
-
Uitgaven aan preventie waren het hoogst bij borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker. Dit is te verklaren door de bevolkingsonderzoeken.
De analyse toont aan dat de groei van zorguitgaven tussen kankersoorten sterk verschilt. Met name bij multipel myeloom/leukemie was er een sterke toename van de uitgaven, gevolgd door long- en borstkanker. Nieuwe geneesmiddelen en vroege opsporing blijken belangrijke factoren in de uitgavenstijging. Bij jongere patiënten stijgen de kosten bovendien sneller dan bij oudere patiënten.
Flinke vooruitgang
Door de nieuwe behandelingen is voor een aantal kankersoorten flinke vooruitgang geboekt in overleving, concluderen de onderzoekers. Maar verdere uitgavengroei aan kanker kan andere zorg verdringen, vrezen zij. “Dit vraagt om een kritische beoordeling van nieuwe en bestaande kankerbehandelingen en preventiemaatregelen door beleidsmakers en zorgaanbieders, om te bepalen of deze voldoende waarde toevoegen om de uitgaven te rechtvaardigen.”
Volgens auteur Chantal Pereira, (senior-adviseur bij IKNL tot medio 2024, nu werkzaam bij Maastricht UMC+) is het noodzakelijk om een zorgvuldig maatschappelijk debat te voeren: “We moeten het debat voeren over waar het echt om gaat: hoe balanceren we innovatieve behandelingen, stijgende kosten en de houdbaarheid van het zorgstelsel? Want wanneer de uitgaven aan kanker in dezelfde mate blijven doorstijgen, zal andere zorg worden verdrongen. Daarin moeten we ons niet alleen afvragen of nieuwe en bestaande kankerbehandelingen voldoende kosteneffectief zijn voor de individuele patiënt, maar ook kijken naar het hele behandellandschap. Investeren we voldoende in preventie? Want uiteindelijk gunnen we niemand deze ziekte. En àls je dan toch kanker krijgt, hebben we dan ook voldoende oog en geld over voor kwaliteit van leven en palliatieve zorg?”
Lastige keuzes
Mieke Reuser, projectleider bij het RIVM: “Iedereen denkt altijd dat zorguitgaven vooral toenemen door vergrijzing. We zien dat dit voor kanker maar een klein deel van de toename veroorzaakt. Als zorguitgaven per patiënt zo sterk toenemen, moet goed afgewogen worden welke winst daar tegenover staat, bijvoorbeeld in overleving of kwaliteit van leven. En besteed je zorggeld vooral aan genezen of aan het voorkomen van een ziekte? In het kader van houdbare en betaalbare zorg moeten deze lastige keuzes gemaakt worden: elke zorgeuro kan maar één keer uitgegeven worden.”
Kosten van medicijnen
Het is heel moeilijk om de kosten van dure medicijnen (die duizenden euro's per injectie kunnen kosten) af te wegen tegen de winst van gewonnen levensduur en -kwaliteit. Of tegen zware, langdurige en dure behandelingen als stamceltransplantatie, die dankzij de nieuwe medicijnen vaak niet meer nodig zijn. Sommige dure middelen hoeven maar een maal te worden gegeven, andere wekelijks, maandelijks of levenslang. Behandelingen die veel negatieve gevolgen kunnen hebben voor kwaliteit van leven in brede zin: verlies van lichaamsfuncties, verlies van een baan, achteruitgang in financiële situatie, effecten op gezinsleven en sociaal leven. Deze gevolgen van de behandelingen (en niet van de ziekte zelf) zijn, zeker als de ziekte op relatief jonge leeftijd geconstateerd wordt, moeilijk in geld uit te drukken.
Over wat de werkelijke kosten zijn voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen is niets bekend. Ontwikkeling gaat vaak gepaard met mislukkingen, die ook geld kosten, en dat wil de farmaceut uiteraard verrekenen in de prijs van medicijnen die wel werken.
Amyloïdose Nederland vindt het belangrijk dat goede medicatie beschikbaar blijft voor amyloïdose-patiënten en zal zich daar volop voor blijven inzetten.